We gaan de nestmand weer een poosje volgen. Het is natuurlijk afwachten wat de ransuilen gaan doen. Er is keus genoeg. Wij vinden dit de mooiste plek natuurlijk Maar daar kunnen de ransuilen anders overdenken.
Helaas
Zoals jullie weten heeft de ransuil een andere nestplaats gekozen of is niet tot broeden gekomen. I.v.m de kosten van de 4G verbinding hebben we de camera offline gezet.
Vervolg
We kijken of het mogelijk is om straks, als onze nood verbinding bij de kerkuilen beschikbaar komt, hier een vervolg te geven uit het bos vandaan. De glasvezelverbinding is inmiddels aangelegd we hebben dat deze snel in bedrijf komt zodat we bij de kerkuilen via grasvezel kunnen kijken. Zodra dit omgezet is. Gaan we kijken wat de mogelijkheden zijn.
Reeën
De ransuilen hebben waarschijnlijk een andere nestplaats gekozen. Dat kan een kraaien of eksternest zijn Of een van de andere nestmanden die in dit bos aanwezig zijn.
De werkgroep Agrarisch Natuurbeheer werkgroep plaats regelmatig een wildobservatie camera daarmee is vastgesteld dat er ook reeën in het bos voedsel zoeken. (foto 2018)
Onze vrijwilligers beheren en onderhouden de zgn. kleine landschapselementen rond Leiden. Zo zijn er de voor dit gebied typerende pestbosjes/geriefhoutbosjes, houtkades en knotwilgen. Ons grootste Geriefhoutbos ligt in de buurt van Wassenaar . Dit is het bos waar vorig jaar de Ransuil heeft gebroed en waar dit jaar bij het nest een camera is geplaatst .
Biodiversiteit
In dit bos speelt biodiversiteit een hele belangrijke rol. Zo zagen we ieder jaar een klein perceel Essen/Elzen Hakhout kort, waarna dit weer in de lentemaanden begint uit te lopen.We verwerken het snoeihout in de zgn. takken-rillen . Deze zijn de eerste jaren erg in trek als broedplek voor vogels. Na enkele jaren verschijnen er steeds meer paddenstoelen op de rottende takken. Ieder jaar vullen we de bestaande beplanting aan met bij vriendelijke bomen/struiken zoals Lijsterbes, Inheemse Vogelkers Hazelaar enz.. Zowel de bijen en de vlinders profiteren in het voorjaar hiervan en de vogels in het najaar wanneer ze bes dragen .
Beheer
Door iedere winter op een ander perceel dit beheer uit te voeren ontstaat in de loop van de jaren een zeer gevarieerd bos. Struikgewas wordt afgewisseld met ouder bos ,terwijl dit weer grenst aan een constant zonnige ruigtekruidenhoek zonder bomen. Maar ook zijn er bospercelen waar we helemaal niets aan doen. Hier mag het bos oud worden, bomen mogen omvallen enz.
Soorten
Hier broeden dan o.a. boomkruiper, grote bonte specht en bosuilen We voeren dit beheer uit met vrijwilligers. Daarbij streven we naar zoveel mogelijk variatie op een kleine oppervlakte. Het geeft héél veel voldoening, zeker wanneer er op een kleine oppervlakte meerdere soorten bij elkaar broeden.
Foto
Tot slot is er nog een foto van de broedende ransuil van vorig jaar toegevoegd. Het eerste ei werd toen op 4 mei gelegd. Misschien was dit een laat broedgeval of was het heel normaal. Hopelijk kiest de ransuil dit jaar weer voor de nestmand. Duimen maar.
De werkgroep Agrarisch Natuurbeheer wenst iedereen veel kijkplezier
Bosuil met prooi
Vannacht kwam de bosuil op bezoek met een lekker hapje en vond de mand een mooie plek om deze op te eten. Na een half uurtje vertrok de uil weer.
Bosuil
Om 04:07 uur de bosuil op de rand van de mand
Houd de dief!!!
Marja spotte vanmorgen een zwarte kraai. Deze kwam in de nestmand kijken, waarschijnlijk opzoek naar nestmateriaal. Na wat getouwtrek vertrok de dief met een takje uit de mand.
Een eerste bezoekje!!
Vanavond spotte marjan de ransuil op de rand van de mand.
Live
De camera is live, nu maar duimen dat de ransuilen weer voor de mand kiezen om te gaan broeden.
Een nieuw project
We hebben een nieuwe locatie waar afgelopen seizoen ransuilen hebben gebroed. We hopen dit seizoen deze locatie LIVE te gaan volgen.
Het is een plek waar geen internet en elektriciteit aanwezig is. Daardoor moet deze camera en de 4G verbinding middels zonne-energie van stroom worden voorzien.
De ransuil staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels als 'kwetsbaar'. Bescherming van deze soort hangt nauw samen met de wijze van landbouw. De ransuil is sterk afhankelijk van veldmuizen. Op veel plekken komen die veel minder voor, ondanks grootschalige uitbraken op graslanden. Verder is het van belang geschikt leefgebied in stand te houden, zoals open groene vlaktes, hagen en houtwallen. Voor nestgelegenheid zijn ransuilen sterk afhankelijk van eksters en kraaien.
Voorkomen
De ransuil komt wijdverspreid over Europa voor. Noordelijk reikt hun verspreiding tot de zuidelijke taiga. De soort ontbreekt in het hoge noorden en op IJsland. Voor heel Europa wordt de populatie ransuilen op 200.000 broedparen geschat. De soort bewoont een groot scala aan leefgebieden, variërend van agrarische gebieden tot open bos, bosranden, parken, duinen, heiden, hoogvenen en moerasgebieden. In groot, aaneengesloten bos ontbreekt hij veelal. De ransuil jaagt bij voorkeur in het open veld, langs wegbermen en op plekken met kaalslag in bos. De ransuil broedt en roest bij voorkeur in naaldbomen, die hem de beste dekking bieden. Daarnaast in houtwallen, boomgroepen, hagen en zelfs solitaire bomen.
Vogeltrek
Ransuilen zijn veelal verscheidene jaren plaatstrouw aan een nestomgeving, maar niet per se aan hetzelfde nest. Bijvoorbeeld omdat een vorig gebruikt kraaiennest in verval is geraakt. Jonge ransuilen zwermen bij zelfstandigheid uit en kunnen honderden kilometers ver wegtrekken. Vanaf het najaar verzamelen ransuilen zich in groepen en bezetten vaste roestplaatsen. Ransuilen vanuit Noordoost-Europa trekken ’s winters zuidwaarts.
Voedsel
Hoofdzakelijk woelmuizen, met de veldmuis als belangrijkste prooi. Daarnaast echte muizen (bijv. aardmuis, bosmuis) en kleine vogels als mussen, merels, spreeuwen en vinkachtigen.
Geluid
Man een laag sonoor "hoe", vrouw vibrerend "weeeh" bij het nest te horen. Bedelroep jongen hoog "kie-jèè".
Lengte
31 tot 37 cm
Herkenning
De bovenzijde van het verenkleed is geelbruin en gemarmerd, als ‘boomschors’. De onderzijde is licht roestgeel met donkere lengtestrepen. Bij gevaar of verstoring drukt de uil de veren tegen het lichaam en steken de oorpluimen omhoog. De lichaamsvorm is dan lang en dun. Dan valt ook de contrastrijke, ronde gezichtssluier op. In rust hangen de veren losjes langs het lichaam. De poten zijn bevederd.De bovenzijde van het verenkleed is geelbruin en gemarmerd, als ‘boomschors’. De onderzijde is licht roestgeel met donkere lengtestrepen. Bij gevaar of verstoring drukt de uil de veren tegen het lichaam en steken de oorpluimen omhoog. De lichaamsvorm is dan lang en dun. Dan valt ook de contrastrijke, ronde gezichtssluier op. In rust hangen de veren losjes langs het lichaam. De poten zijn bevederd.
Gedrag:
De ransuil overwintert in groepen van enkele tientallen exemplaren in boomgroepen op bijvoorbeeld begraafplaatsen of in parken, deze overwinterplaatsen worden vaak jaren achter elkaar gebruikt. De meeste ransuilen verblijven het hele jaar in hetzelfde gebied, maar vogels uit Noord-Europa trekken over een korte afstand naar het zuiden.
Voortplanting:
Broeden
Legperiode tussen eind maart en half april. Legsel gemiddeld 4-6 eieren. In voedselrijke jaren met veel veldmuizen tot 8 eieren. In voedselarme jaren vaak geen broedsel. Eén legsel per jaar, tweede broedsel zeldzaam. Eieren bebroed vanaf het eerste ei. Maakt veelal gebruik van oude kraaien- of eksternesten Ook een broedmand wordt soms gebruikt. Incidenteel broedend op de grond. Jongen verlaten na minimaal 3 weken het nest en klimmen in naburige boomkruinen. Na 5 weken zijn ze vliegvlug. Kenmerkend is de piepende bedelroep van de jongen.
De camera is geplaatst in een bosperceel in de buurt van Wassenaar.
Biotoop
Halfopen landschap met grasland en bos.
Zonnepaneel
De camera bevindt zich midden in een bosperceel en wordt van elektriciteit voorzien dmv een zonnepaneel en accu t.b.v. nachtbedrijf.
Het kan voorkomen dat de camera tijdelijk niet werkt door het gebrek aan zonuren.
Verbinding
Voor de livebeelden van de camera wordt een 4G internetverbinding gebruikt
Soorten
De nestmand is opgehangen t.b.v de ransuilen, maar er kunnen ook andere soorten gebruik maken van de mand. Denk bijv aan de wilde eend, houtduif, torenvalk, nijlgans.