Het koolmeesje wat vast in deze kast slaapt wisselt graag van slaapplek.... Zal ik nu boven of beneden gaan slapen? Zie ook het filmpje.
Alle meesjes compleet
Al onze vaste "slaap" meesjes zijn de jaarwisseling gelukkig veilig en goed doorgekomen. Alle kasten zijn weer als vanouds bezet om de nacht door te brengen.
Wij vinden het vuurwerk vaak allemaal mooi etc, maar voor de dieren is het een groot drama. Zij rekenen niet op dit vuurwerk en schrikken zich rot. Als reactie op al dat vuurwerk gaan er bijvoorbeeld ook veel vogels de lucht in. De reactie van vogels op vuurwerk wordt onderzocht en daarvoor is een speciaal radar geplaatst. Bekijk zelf de reactie van de vogels op het vuurwerk op deze site. http://horizon.science.uva.nl/fireworks/
Slaper
In deze nestkast slaapt al enige tijd een koolmees.
Voorkomen Jaarvogel. Zeer talrijke broedvogel. Komt voor in bos- en halfopen gebieden. En tuinen vallen daar in de ogen van koolmezen zeker ook onder. Verder in struikgewas, houtwallen en -singels: overal waar bomen staan voelen koolmezen zich thuis. Voedsel: Koolmezen zoeken in deze gebieden naar insecten en hun larven. In de winter worden hoofdzakelijk zaden gegeten. Buitelend tussen de twijgen van bomen en struiken zoeken ze naar hun voedsel. Als je voedsel (zaden, vetbollen, pinda's) op hangt in de tuin of op het balkon is de kans op bezoek van de koolmees erg groot.
Geluid Zeer variabel. Roep onder andere 'wiet', tsjurrr', 'pink' (als Vink), 'tietja', etc. Zang herhaald 'tie tie tèè' en variaties hierop.
Lengte 14 tot 15 cm Herkenning De koolmees is één van de meest voorkomende en meest opvallende vogels die in Nederland voorkomen. De vogel is dan ook één van de bekendste Nederlandse vogels, mede omdat de vogel niet schuw is en in de winter regelmatig op voedertafels aan te treffen is. De rug is geel-groen van kleur en de onderzijde is geel met een zwarte middenstreep. De kop is zwart met een grote witte wangvlek. De stuit en de staart zijn blauw met wit van kleur. Over de vleugel loopt een witte streep. Het mannetje is van het vrouwtje te onderscheiden doordat de zwarte streep op de buik veel breder is.
Voortplanting:
Broedlocatie: Oorspronkelijk zijn koolmezen broedvogels van boomholten, zoals spechtennesten. Maar ook van nestkasten maakt de koolmees dankbaar gebruik. Vanwege de korte levensduur van de koolmees worden er per broedsel veel eieren gelegd. Hoewel in sommige jaren met meerdere broedsels begonnen wordt, brengt de koolmees ieder jaar slechts één nest jongen groot. Koolmezen laten soms een nest met eieren of zelfs jonge vogels in de steek, om onder betere omstandigheden op een andere plek opnieuw te beginnen.
Het vrouwtje versieren: Aan de zang van het mannetje kan het vrouwtje horen of hij nog 'vrij' is en of het een sterk mannetje is. Vooral een man met een brede stropdas vindt ze echt een 'stuk'. Maar ja, kan zo'n stoere vent wel snel rupsen verzamelen, wanneer er eenmaal jongen zijn? Om dat te controleren gaat ze met haar vleugels trillen en doet haar bekje open. Op die manier vraagt ze haar mogelijke echtgenoot een rups te zoeken. Komt hij snel met een rups terug, dan wordt het huwelijk gesloten. Zo niet, dan dumpt zij hem. Als ze voor hem kiest, is het mannetje erg zorgzaam. Het vrouwtje krijgt dagelijks van haar man extra voer. Dat heeft ze hard nodig om zo'n tien eieren te kunnen leggen. Die wegen zwaarder dan het vrouwtje zelf.
Eieren en broeden: Vrouwtjes produceren niet alle eieren tegelijk, maar leggen ze stuk voor stuk. Dit om gewicht te besparen, wat wel zo handig is bij het vliegen. Om een compleet legsel te krijgen, leggen ze meestal een tijdje zo elke dag een ei. Elk ei moet apart worden bevrucht en daarvoor is telkens een geslaagde paring nodig. De ontwikkeling van het bevruchte eicelletje (het jong) is al begonnen voordat het ei gelegd wordt. Al in het lichaam begint de celdeling. Op het moment dat het ei gelegd wordt, wordt de ontwikkeling van het kuiken stopgezet, totdat het vrouwtje met het daadwerkelijke broeden begint. Het vrouwtje begint pas met broeden op het moment dat alle eieren zijn gelegd. Zo worden alle eieren gelijktijdig bebroed en komen de jongen tegelijk uit en dat is wel zo handig. De legselgrootte bij koolmezen kan bij het eerste legsel 8-12 eieren zijn en bij het tweede legsel 5-8 eieren. Op het moment dat de vogel begint met broeden wordt het ei verwarmd tot ongeveer 40 graden, waardoor de celdeling weer opgang komt. Daarna ontwikkelt het jong zich in een zeer korte tijd. De jongen komen met tussen pozen van 1 tot 2 uur na elkaar uit het ei. De broedtijd bij koolmezen ligt rond de 2 weken. Daarna vliegen de jongen na 2 tot 3 weken uit. Vervolgens worden ze dan buiten het nest nog 1 a 2 weken bijgevoerd.
Deze nestkast hangt sinds najaar 2013 in een tuin in Nieuw-lekkerland. De invlieg opening is gericht op het oosten waarbij een tuinhuisje en boom beschutting bieden tegen de wind, regen en de warmte van de zon. Biotoop is stad/park.
De Nestkast
De nestkast is speciaal gemaakt door het NestkastLIVE team zodat er een aparte ruimte is voor de camera. Hierdoor gaat er geen ruimte voor de vogels verloren. Er is hier gekozen voor een zijaanzicht waarbij de invlieg opening niet zichtbaar is.