Helaas hebben we moeten besluiten om op deze mooie locatie te stoppen. Aanleiding om dit per direct te doen was het ingrijpen door de locatie-eigenaar.
Wat is er gebeurd?
Er is een kerkuiljong gevallen en terug geplaatst Stichting NestkastLIVE heeft de afspraak dat we meekijken en niet ingrijpen.
Naar beneden!!
00:29 uur fladerde de jongste naar beneden toen een ouder met voedsel aan kwam vliegen. Het was net even te gretig en ging daardoor over de rand. 2014 hebben we dit ook al een keer gezien bij kerkuil1 dat jong redde het 4 dagen later terug te keren naar de kast
Aantal jonkies: 3
Eentje heeft het niet gered
De kuuks zijn bijna 8 weken oud. Door waarschijnlijk het slechte weer had M moeite met het aanleveren van voldoende muizen. Hij doet goed zijn best, maar staat er wel alleen voor. We denken dat dit de oorzaak is dat het kuukje het niet gered heeft. Maar dat blijft altijd wel een beetje gissen. Kuuk kan ook ziek geweest zijn. De natuur is hard, de sterkste overleven het.
Aantal jonkies: 3
7 Weken oud en waar is V
De kuuks zijn rond de 7 weken oud. De slag- en staartpennen zijn aan het begin van de achtste week volledig ontwikkeld. De eerste vliegoefeningen vinden plaats op de nestplaats en in de naaste omgeving van het nest. Het is wel even afwachten hoe dit nu verder gaat, want we zien het vrouwtje niet meer. Gelukkig zijn de jongen al wat ouder en kunnen ze al zelfstandig eten. Nu kijken of M voldoende eten kan aanvoeren in z'n eentje. Plaatje gemaakt door Margriet.
Aantal jonkies: 4
Buiten kijken
We zijn weer een week verder. Vanaf de vijfde week groeien de jongen snel. De veren ontwikkelen zich en de jongen gaan meer rondlopen in het nest. Hier zijn ze al een stapje verder gegaan. Allemaal naar het voorportaal en een paar waagde zich zelfs al even buiten de kast. Een samenvatting in het filmpje. De beelden van de buitencamera zijn in het filmpje voor 50% ingezoomd.
Aantal jonkies: 4
4 Weken
In de vierde week ontwikkelt zich de gezichtssluier volledig en wordt nu begrensd door bruine veertjes in plaats van donsveertjes. Geleidelijk gaat de blauwe kleur van de ogen over in bruin.
Aantal jonkies: 4
Het gaat goed
De kuuks groeien goed. Er is voldoende te eten. Het oudste kuukje is nu 3 weken oud. Tegen het einde van de tweede week maakt de eerste witte donslaag plaats voor een tweede, die gelig-wit van kleur is. Halverwege de tweede week beginnen de uilen zich op hun loopbeen te verplaatsen in het nest. Ze steunen dan op hun vleugelstompjes, die nog erg kort zijn.
In de derde week zijn de jongen in staat kleine prooien, zoals spitsmuizen, geheel naar binnen te werken. Bij grotere muizen verleent het vrouwtje soms nog assistentie door de muizen in stukken te scheuren. Op de twintigste dag zijn de ogen geheel geopend en de pupil is donkerblauw. Aan de voorzijde van de kop verschijnt de hartvormige sluier. Het vrouwtje is ’s nachts bijna niet meer op het nest te vinden en jaagt samen met het mannetje.
Op deze afbeelding is mooi de ontwikkeling van de jongen te zien.
Aantal jonkies: 4
Vierde kuuk
Het vierde jong is 04:11 uur uit het ei gekomen. Aansluitend een voermoment van de 17de.
Aantal jonkies: 4
Derde kuuk
Om 01:09 uur het derde kuiken uit het ei. Als nr 4 uit het ei is kunnen we eens vergelijken of alle eites evenlang bebroed zijn van leg tot uitkomen.
Aantal eieren: 1Aantal jonkies: 3
Tweede kuuk
13:59 uur was het ei geheel rond aangepikt. Een poosje later konden we de jongen even samen zien.
Op het filmpje is in het begin te zien dat het ei geheel rond al was aangepikt. Een kuiken heeft namelijk een zogenaamde eitand. Deze zit op de bovenzijde van de snavel. Met dit scherpe puntje drukt het kuiken een barstje van binnenuit in het ei. Daarna verdraaid het kuiken zich iets in het ei en drukt weer een barstje in het ei. Daarna weer een stukje draaien en weer een barstje drukken. Zo draait het kuiken een rondje in het ei tot de dop los zit.
Zie hieronder het filmpje
Aantal eieren: 2Aantal jonkies: 2
Eerste kuuk
Vanavond is wat na 23 uur het eerste jong uit het ei gekropen
Zie het filmpje
Aantal eieren: 3Aantal jonkies: 1
Hoe lang nog
Tegen het einde van de ongeveer 30 dagen durende broedperiode komen de eieren uit. Dat is in dit geval rond de 8e. Eén tot drie dagen voor het uitkomen van de eieren produceert het jong reeds piepende geluiden. Het vrouwtje reageert door een “klokkend” te laten horen. Het is de roep van het aanbieden van voedsel aan het jong. Dit kunnen we nu dus spoedig gaan waarnemen.
Na een aantal uren hard werken van het jong verschijnt een klein gaatje in de eischaal. Het kan nog wel een dag duren voordat het jong uit het ei kruipt. De resten van de eischaal worden opgegeten, platgetrapt of verwijderd uit het nest. Met ongeveer dezelfde tussenpozen als de eieren gelegd zijn, komen de jongen uit hun ei. Zouden alle jongen tegelijkertijd uitkomen dan zou het vrouwtje niet in staat zijn de uilskuikens van voldoende voedsel te voorzien. Plaatje gemaakt door Marie Louise.
Aantal eieren: 4
Andere kerkuil
Vanavond kwam er een andere kerkuil buiten bij de kast even een kijkje nemen. Maar het broedende vrouwtje had het al snel door en was hier niet van gediend. Ze hoefde alleen maar even richting het voorportaal te gaan en de andere kerkuil ging er snel vandoor.
Aantal eieren: 4
Het vierde ei
Om 23:24 uur melde Valka het 4e eitje. Illucie maakte de foto
Aantal eieren: 4
Derde ei
Vanmiddag werd wat na 13:00 uur het derde ei gelegd.
Aantal eieren: 3
Tweede ei
Vanavond werd om 19:58 uur het tweede ei gelegd. Prachtig te volgen deze keer.
Zie ook het filmpje
Aantal eieren: 2
Eerste ei
De voorbereiding bij de kerkuilen was hier al in volle gang en vandaag was het dan zo ver!! Het eerste eitje. Spannend, hoeveel zullen het er worden. Het ei werd rond 13.35 uur gelegd. Kerkuilen leggen om de dag een ei.
De eieren van de kerkuil zijn glansloos wit en enigszins ovaal van vorm. De afmetingen bedragen gemiddeld 39x31 mm, terwijl het gewicht rond de 20 gram schommelt. Normaal legt de kerkuil 4 – 7 eieren, in voedselrijke jaren soms meer. Na het leggen van het eerste ei begint het vrouwtje direct te broeden. Twee tot drie keer per uur keert ze de eieren met de onderkant van de snavel. Het regelmatig keren van de eieren is van groot belang voor de ontwikkeling van de kiem en voor de goede verdeling van de warmte over het ei.
Aantal eieren: 1
V blijft steeds langer thuis
We hebben in de afgelopen avonden gezien dat het vrouwtje wat meer in de kast blijft. Ook werden braakballen uit elkaar getrokken als voorbereiding op een "nest". Tegen de tijd dat het eerste eitje komt zal het vrouwtje de kast niet meer voor lange tijd verlaten en zal het mannetje prooi aanleveren. Deze periode spaart het vrouwtje energie die nodig is voor het leggen van de eitjes. Doorgaans duurt dit proces ongeveer drie weken.
*Update aanschaf buitencamera
Voor de buitencamera is een bedrag nodig van €163,35 *Update 05-04 Bedrag is binnen!!
Man met muis
Vanmorgen 04:27 uur kwam M met een muis en gaf deze over aan V.
Live!! En samen binnen
Voor de binnencamera is inmiddels voldoende geld binnen gekomen. Daarom hebben we besloten deze vast live te zetten. Anders zouden we deze mooie momenten moeten missen.
De buitencamera volgt later.
Voorjaar in de Bol
De kerkuilen slapen nog in de schuur achter de nestkast maar ze krijgen al voorjaar kriebels. Man kerkuil Kwam al roepend de nestkast in bleef volhouden met roepen en stampen tot zijn Vrouwtje kwam kijken. Prachtig dit gedrag. Een mooi begin van de balts bij de Kerkuilen.
Het project staat nog op "Wacht op sponsoring" Dat is voor de nieuwkomers en mensen die in het broedseizoen weer aanhaken heel leuk. Een project wat gesteund kan worden en daarna direct live kan worden getoond. De eerste €100,- is al binnen. Klik hier om dit project te steunen. Kies in het formulier voor (*Nieuwe soort op de locatie Sallandse Heuvelrug) t.b.v. de Kerkuil
Hier het filmpje
Samen
Vanmorgen om 05:19 uur een poosje samen bij de nestkast
Torenvalk bij de nestkast
Op deze nestlocatie bevindt zich ook een torenvalk nestkast. Vandaag kwam er even een vrouwtje torenvalk een kijkje nemen.
Kerkuil zonder ring
Vanavond ring 19:00 uur even een bezoekje van een kerkuil zonder ring. Op oudjaarsdag sliep er al een KU met ring in de nestkast.
Nieuwe nestkast
Eind 2019 is in samenspraak met NKL de nestkast vervangen en zijn daarbij gelijk de camera's geplaatst.
Door al eerder geplande projecten was er nog geen project aangemaakt voor deze kerkuilen locatie. Omdat de eigenaren dolgraag komend seizoen deze kerkuilennestkast live wilde volgen hebben ze besloten de camera's zelf aan te schaffen. Dit, omdat deze dan nog voor het komende broedseizoen in de rustige tijd geplaatst konden worden.
Omdat Stichting NestkastLIVE alleen live-beelden van eigen camera's uit zend betekend dit wel de camera's nog niet live te volgen zijn tot deze zijn overgenomen door de stichting.
Het is mogelijk het project te steunen via: Steun project
Wetenschappelijke naam: Tyto Alba Orde: Uilen (Strigiformes) Familie: Kerkuilen (Tytonidae) Rode lijst Nee, Sinds 2017 niet meer, de afname van de kerkuil werd deels veroorzaakt door het verdwijnen van nestgelegenheid in kerken en boerenschuren. Beschikt u over een erf? Dan kunt u door het maken van geschikte broedgelegenheid de kerkuil een kans geven. Ruim het erf vooral niet te netjes op; uilen zijn gebaat bij veel muizen, en rommel geeft muizen een kans. Sinds 1998 gaat het iets beter met de Kerkuil. In 2000 broedden er ongeveer 2000 paren in Nederland. Deze uilen broeden echter hoofdzakelijk (ongeveer 90%) in nestkasten. Daarmee zijn kerkuilen bijzonder sterk afhankelijk van menselijke "goodwill". Het verkeer is ook een bedreiging. In geheel West-Europa neemt het aantal verkeersslachtoffers verontrustend toe. De belangrijkste oorzaak voor het grote aantal verkeersslachtoffers onder kerkuilen is de hoge dichtheid aan muizen (vooral veldmuizen) vlak langs de weg. Het grote aantal verkeersslachtoffers onder de kerkuilen wordt mede veroorzaakt door de methode van jagen. De kerkuil maakt vaak gebruik van kilometerpaaltjes langs de kant van de weg, die hij gebruikt als uitkijkpost of rustplaats. Tijdens het jagen steekt hij regelmatig de weg over op een hoogte van nog geen twee meter. Door het laagvliegen is het risico op een botsing met auto's groot.
Voorkomen Jaarvogel. (Vrij) schaarse broedvogel. Schaars in het noorden, algemener in zuiden. Voornamelijk standvogel. Komt vooral voor in laagland, meestal bij boerderijen en dorpen. Heeft afwisselend landschap nodig met lage vegetatie, struiken en heggen.
Voedsel Verschillende kleine zoogdieren, met name muizen en spitsmuizen. Muizen vormen het belangrijkste voedsel van kerkuilen en de soort is dan ook sterk afhankelijk van het aantal muizen. In jaren met veel muizen leggen kerkuilen meer eieren dan gewoonlijk. Soms komen ze dan zelfs toe aan een tweede broedsel. In strenge winters als er weinig muizen zijn, overlijden veel kerkuilen en zwerven de vogels over grote gebieden om toch voldoende voedsel te kunnen vinden. Geluid Roep, meestal in vlucht, een angstaanjagende lange schreeuw. Volwassen en jonge vogels maken ook sissende en hijgende geluiden.
Lengte 33 tot 39 cm
Herkenning Kerkuilen zijn eenvoudig te herkennen aan de hartvormige sluier, een kring van witte veertjes in het gezicht die allen naar buiten wijzen. De uiteinden van deze veertjes zijn donker zodat er een donkere rand ontstaat. Het is een bleke uil met wit gezicht en lange poten. Vlucht is vleermuisachtig met veel glijvluchten.
In Nederland komen twee soorten voor a) Tyto alba guttata De hartvormige vrijwel witte gezichtssluier is rond de zwarte ogen roodbruin tot lichtbruin gekleurd. De vleugels zijn asgrijs met oranjebruin, overspikkeld met langwerpige, zwart-witte druppelvlekjes, die vanaf de bovenkop naar de vleugeldekveren steeds groter worden. Verder zijn de grijze partijen fijn dwarsgestreept. Over de slag-en armpennen lopen duidelijke brede dwarsbanden van oranjebruin en grijs. De staart heeft dezelfde tekening. Borst en buikzijde zijn oranjegeel tot donkerbruin, gespikkeld met donkerbruine, ruitvormige vlekjes. Bij het uitslaan van de vleugels is de spikkeling ook te zien op de lichtgekleurde ondervleugels. De poten zijn tot aan de tenen bedekt met witte haren. Toch is het een lichtgekleurde vogel die vooral in de vlucht een bijna witte indruk maakt.
b) Tyto alba alba De onderzijde van deze soort is volledig wit met kleine stippels en vlekken. Ook de bovendelen zijn veel lichter (grijzer) van kleur. De lichte vorm (T.alba alba) is zeldzaam in ons land.
Voortplanting
Kerkuilen kunnen in alle maanden van het jaar broeden. De voedselsituatie moet dan wel optimaal zijn. Zo zijn in goede muizenjaren in ons land jonge Kerkuilen geringd in december (derde broedsel!). De meeste broedparen (70%) leggen in april en mei eieren. De gemiddelde legdatum ligt rond de eerste week in april.
Broedlocatie De kerkuil nestelt graag in schuren, kerktorens, ruïnes, etcetera. Door het verdwijnen van nestgelegenheid in kerken en boerenschuren broeden kerkuilen graag in nestkasten. De paarband is sterk en de paren zijn meestal trouw aan een eenmaal gekozen nestplaats.
Het vrouwtje versieren Vroeg in het voorjaar begint de balts. Al in maart en soms al in februari of eind januari wanneer de dagen langer worden en de temperatuur wat aangenamer wordt, laat het mannetje van de Kerkuil zich zo nu en dan al horen met zijn ijselijke kreet. Het mannetje geeft hiermee duidelijk zijn territorium aan: hier is voldoende voedsel aanwezig en er is een goede nestplaats. Komt er een vreemd mannetje in zijn gebied, dan laat hij duidelijk horen dat het zijn gebied is. Het gevolg is meestal dat de indringer verdwijnt, zonder dat het tot een gevecht komt. Het mannetje kiest dus de nestplaats. Wanneer de nestkeuze is gevallen, brengt hij op vaste tijden vroeg in de avond prooien op het nest. Later komt hij terug om ze op te eten. De balts heeft ook een geslachtelijke functie. De roep lokt de vrouwtjes aan en stimuleert ook bij paren die allang bij elkaar zijn, de ontwikkeling van de eicellen. De baltsvluchten van beide uilen zijn indrukwekkend. Ze vliegen vaak achter elkaar aan met grote snelheid en laten daarbij veelvuldig "vleugelklappen" horen. Nachtenlang probeert hij zijn toekomstige partner naar de nestplaats te lokken. Het bruidsgeschenk heeft hij dan al bij zich: een onthoofde muis. Het liefdesspel is nu in volle gang. Na verloop van tijd zijn de beide uilen op de nestplaats te vinden.
Het eerste ei Toch duurt het nog minstens zes weken voordat het eerste ei wordt gelegd. Regelmatig vinden paringen plaats (bijna elke nacht). In de eerste plaats dienen de paringen voor de bevruchting van de eieren, maar ook om de band tussen de beide uilen te versterken. Enige dagen voordat het eerste ei wordt gelegd, verlaat het vrouwtje maar zelden het toekomstige nest voor langere tijd. Het mannetje verzorgt de prooiaanvoer. Het gewicht van het wijfje neemt langzaam toe. En dan is het eindelijk zover: het eerste ei is gelegd.
Eieren De eieren van de Kerkuil zijn glansloos wit en enigszins ovaal van vorm. De afmetingen bedragen gemiddeld 39 x 31 mm, terwijl het gewicht rond de 20 gram schommelt. Gewoonlijk legt de Kerkuil 4 – 7 eieren en bij uitzondering meer dan 10. In veldmuisrijke jaren zijn de legsels aanzienlijk groter dan in veldmuisarme jaren. In voedselrijke jaren komt het voor dat de Kerkuilen een tweede keer broeden en in uitzonderingsgevallen drie maal. De eieren worden meestal om de andere dag gelegd.
Broeden Na het leggen van het eerste ei begint het vrouwtje direct te broeden. Twee tot drie keer per uur keert ze de eieren met de onderkant van de snavel. Het regelmatig keren van de eieren is van groot belang voor de ontwikkeling van de kiem en voor de goede verdeling van de warmte over het ei. Het wijfje broedt alleen, terwijl het mannetje haar gedurende de gehele broedperiode voorziet van voedsel. Krijgt ze in deze periode te weinig voedsel dan kiest ze voor zichzelf en verlaat ze het legsel. Tegen het einde van de ongeveer 30 dagen durende broedperiode komen de eieren uit (om de twee dagen een ei). Ontwikkeling van de jongen Eén tot drie dagen voor het uitkomen van de eieren produceert het jong reeds piepende geluiden. Het wijfje reageert door een "klokkend" te laten horen. Het is de roep van het aanbieden van voedsel aan het jong. Na een aantal uren hard werken van het jong verschijnt een klein gaatje in de eischaal. Het kan nog wel een dag duren voordat het jong uit het ei kruipt. De resten van de eischaal worden opgegeten, platgetrapt of verwijderd uit het nest.
De jongen Met ongeveer dezelfde tussenpozen als de eieren gelegd zijn, komen de jongen uit hun ei. Zouden alle jongen tegelijkertijd uitkomen dan zou het wijfje niet in staat zijn de uilskuikens van voldoende voedsel te voorzien. Het gewicht van het jonge uilskuiken bedraagt ongeveer 14 gram en het kuiken is slechts 5 cm lang. Een jonge Kerkuil wordt hulpeloos en vrij kaal geboren. De eerste donsveertjes zijn duidelijk zichtbaar. Om warmteverlies tegen te gaan schuift het jong tussen de eieren en wordt het verder warm gehouden door het wijfje. De buik is bolvormig en helemaal kaal. De ogen zijn gesloten. Aan het einde van de eerste of tweede dag wordt het voor de eerste maal gevoerd. Het voeren van een uilskuiken gebeurt op een heel bijzondere manier. Gedurende de eerste levensdagen worden de prooien onthoofd. De kop en andere harde delen van de muis verdwijnen in de maag van het wijfje. De zachte delen, zoals de darm en kleine stukjes vlees worden aan het jong gevoerd. Het wijfje laat een klokkend geluid horen en buigt vervolgens over het jong en houdt een stukje vlees voor. Het jong richt zich op en neemt het voedsel aan. Eén voedering duurt ongeveer een uur. Het mannetje is niet in staat het jong te voeren. Hij zorgt alleen voor de aanvoer van muizen. Op de derde dag is de donslaag ongeveer 0,5 cm dik. De buik is nog kaal en de ogen zijn gesloten. Het wijfje verlaat het nest zo nu en dan voor korte tijd (enkele minuten).
De tweede week Vanaf de zevende dag worden de eerste braakballen van de jongen gevonden. Deze zijn lang en smal en wegen nog geen gram. Tegen het einde van de tweede week maakt de eerste witte donslaag plaats voor een tweede, die gelig-wit van kleur is. Halverwege de tweede week beginnen de uilen zich op hun loopbeen te verplaatsen in het nest. Ze steunen dan op hun vleugelstompjes, die nog erg kort zijn.
De derde week In de derde week zijn de jongen in staat kleine prooien, zoals spitsmuizen, geheel naar binnen te werken. Bij grotere muizen verleent het wijfje nog assistentie door de muizen in stukken te scheuren. Op de twintigste dag zijnde ogen geheel geopend en de pupil is donkerblauw. Aan de voorzijde van de kop verschijnt de hartvormige sluier. Het wijfje is 's nachts bijna niet meer op het nest te vinden en jaagt samen met het mannetje.
De vierde week In de vierde week ontwikkelt zich de gezichtssluier volledig en wordt nu begrensd door bruine veertjes in plaats van donsveertjes. Geleidelijk gaat de blauwe kleur van de ogen over in bruin.
De vijfde week Vanaf de vijfde week groeit het jong snel. De veren ontwikkelen zich en de jongen gaan meer rondlopen in het nest.
De zesde week Vanaf de zesde week verdwijnt het dons achter de kop en daarvoor in de plaats komen veren. De slag- en staartpennen zijn aan het begin van de achtste week volledig ontwikkeld. De eerste vliegoefeningen vinden plaats op de nestplaats en in de naaste omgeving van het nest.
De zevende t/m de negende week Er wordt veelvuldig geoefend en tegen het einde van de negende week vliegt een jonge Kerkuil redelijk goed en gaat hij voor korte perioden zelfs naar buiten.
De tiende week en later In de tiende week worden de jongen langzamerhand zelfstandig. Hun behendigheid in het vliegen verschilt nauwelijks meer van die van de oude vogel. Nu breekt er een moeilijke tijd aan voor de jonge Kerkuilen. Ze worden nog wel sporadisch door de volwassen uilen gevoerd, maar bij het voedsel zoeken krijgen ze geen steun van de oude vogels. Het jagen is aangeboren, maar de fijne kneepjes moeten nog geleerd worden. Op de leeftijd van drie á vier maanden is de sterfte onder de jonge Kerkuilen groot. In die periode worden de oude vogels agressiever naar de jongen, zodat deze het territorium van hun ouders moeten verlaten Ze vliegen dan pas uit naar een nieuw gebied.
Gelegen aan de voet van de Sallandse Heuvelrug ligt in halfopen landschap een prachtig stukje grond ter grootte van een kleine anderhalve hectare. De bewoners houden er geen vee, maar proberen het zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor de dieren en planten die er van nature voorkomen en –kwamen. Zo wordt het grasland verschraald door het twee keer per jaar te maaien en het maaisel af te voeren, waardoor het bloemrijk en botanisch interessant gaat worden. Voor insecten en vogels worden er aantrekkelijke struiken en bomen aangeplant. Er is een grote vijver aangelegd waar kikkers, salamanders en libellen zich thuis voelen. Het resultaat is een grote verscheidenheid aan dieren.
Biotoop
Half open landschap.
De nestkast
De kast hiervoor is al in gebruik sinds 2015, maar is door de eigenaar in overleg met NKL in 2020 gebouwd en vervangen door een nieuwe kast ten behoeve van de camera-inbouw.
Soorten
Het ontwerp van deze nestkast is speciaal voor de kerkuil. Maar er kunnen wellicht ook andere vogels gebruik van maken. Zoals Torenvalk, Kauw etc.