Op 25 juli zijn de eitjes uitgekomen. We weten dat omdat Suzanne een filmpje kon maken van het vrouwtje dat een eierschaal op at. Naar het aantal jonge huismusjes moeten we gissen want het blijft voor de kijkers allemaal verborgen onder het koepeltje. De ouders vliegen af en aan om de jonkies eten te brengen en om poepzakjes af te voeren (zie foto). Heel af en toe is er een klein snaveltje te zien. En te horen zijn ze ook al. Volgens SWM zijn er in ieder geval twee jonge musjes. We zullen nog even geduld moeten hebben voor we zekerheid hebben.
Het DERDE nest.
In de nacht van 12 op 13 juli is het vrouwtje Huismus, dat hier op het nest zit, weer begonnen met broeden. De eerste week broeden zit er intussen al weer op.
Het is haar tweede legsel dit jaar. Er zat maar vijf dagen tussen. Tussen het uitvliegen van haar vorige nest, waarvan maar 1 jong in leven bleef, en het broeden op dit nieuwe legsel. Dit is bij de Huismus een bekend verschijnsel wanneer het vorige legsel "geen groot succes" was.
Dit vrouwtje is zelf een jong uit het nest dat hier drie maanden geleden uitvloog. Enorm knap dus van haar, dat ze tenminste nog 1 jong levend heeft doen uitvliegen. We zijn heel benieuwd of ze het met haar nieuwe legsel anders gaat doen, met andere woorden; of ze mogelijk geleerd heeft van haar fouten.
Vanmorgen werd er alweer een paring op het stokje gezien. Plaatje van SuzanneH.
Musje is uitgevlogen
Het jonge musje is vanmorgen vroeg uitgevlogen. Nou ja uitgevlogen, net als bij het vorige nestje was het meer ‘vallen’ dan vliegen. Het is wel een bijzonder nestje geweest dit keer! Er waren maar drie jonkies en al vrij snel kwam 1 jong buiten de nestkom terecht en werd daarna niet meer gevoerd door de ouders. Er sneuvelde nog een jong zodat er uiteindelijk maar eentje over bleef. Ook het mannetje heeft zich de laatste dagen niet meer bemoeid met de opvoeding waardoor het vrouwtje er alleen voor stond. Maar gelukkig is dat goed gegaan en is er dan toch nog 1 huismusje uitgevlogen. Er werd al weer volop gepaard, dus misschien gaan de huismussen voor nóg een nestje!
Aantal jonkies uitgevlogen: 1
Dode musje is uit de nestkast gehaald
Drie dagen geleden is een van de jonge huismusjes buiten het nestje geraakt. Hoewel het niet verzwakt was of zo en flink bedelde om eten, werd het toch door de ouders genegeerd. De ouders gingen bij binnenkomst direct door naar de andere jonge musjes in de nestkom om die te voeren en voor het andere jong hadden ze geen aandacht meer. Na enkele uren zonder eten en zonder warmte werd het teveel en al vrij snel stierf het musje. Na enkele dagen hebben de vliegen het kadavertje ook ontdekt. Maar zo ver liet het vrouwtje het niet komen: vanmiddag heeft ze het dode musje opgepakt en buiten de nestkast gebracht. Zie ook het filmpje daarvan.
Jonge huismusjes
De jonge huismusjes zijn er. Margriet zag vanmorgen al dat er erg vaak gewisseld werd en Suzanne zag een ouder binnen komen met voer en weggaan met een poepzakje. Het blijft voorlopig nog gissen naar het aantal jonge musjes. Het blijft voor ons allemaal verborgen door het mooie koepeltje dat door de musjes gebouwd is. Op de foto zie je het mannetje zitten met voer in de snavel wachtend tot het vrouwtje klaar is met voeren.
Hiermee zijn de huismussen de tweede soort, dit seizoen, waarvan we een tweede broedsel kunnen gaan volgen. Voor huismussen zijn meerdere broedsels heel gebruikelijk. Wil je meer over de huismus te weten komen lees dan hier verder Link
www.stichtingwittemus.nl
Broeden is weer gestart
Na een aarzelend begin zijn de huismussen nu toch weer aan het broeden gegaan. Al enkele dagen en nachten wordt er op de eitjes gebroed. Tenminste dat denken we: ze hebben namelijk weer zo’n mooi koepelnestje gebouwd waardoor alles voor ons verborgen blijft. Het blijft dus gissen hoeveel eitjes er zijn. Stichting Witte Mus verwacht dat zo rond 23 juni de eitjes uit moeten komen. Tot die tijd kunnen we enkel de wissels zien waarbij het vrouwtje afgelost wordt door het mannetje. Dat gaat niet altijd even soepel. Soms stribbelt het vrouwtje tegen en dan moet het mannetje een list bedenken. Bijvoorbeeld een mooie veer meebrengen. Zie ook het filmpje.
Tweede legsel?
Vanavond heeft het vrouwtje plaats genomen in het nest, ze zal waarschijnlijk in het nest blijven slapen. Het lijkt er sterk op dat er een tweede poging wordt gedaan. Wellicht mogenochtend het eerste eitje. De mussen zijn daarmee de tweede soort op NKL2014 die voor een tweede broesel gaan. En dat onder het oog van de camera. Voor Huismussen is het overigens gebruikelijk meerdere netjes per jaar.
Huismusjes gevlogen
De jonge huismusjes hebben het veilige nest verruild voor de gevaarlijke buitenwereld. Gisteren vloog één musje uit en vandaag volgde de andere drie. Nou ja vliegen! Ze vielen meer van het stokje dan dat ze vlogen. Maar ze zullen het snel leren. Ze moeten wel, want er ligt veel gevaar op de loer. Het koppeltje mussen is zeker van plan om nog weer een gezinnetje te stichten. Er is namelijk al weer volop gepaard. Ook is er interesse getoond voor kastje nummer 1. Ook daar is een mannetje al regelmatig in gaan kijken. Ze moeten dan wel de concurrentie aan met de hommels die er een nest in hebben. Benieuwd hoe dit allemaal af gaat lopen.
Zie ook het filmpje "Musjes vliegen uit'
Aantal jonkies uitgevlogen: 4
Vier jongen
Vier jongen, Dikkie melde het al eerder, hier een plaatje
Aantal jonkies: 4
Vrouwtje (tijdelijk) alleen
Er is veel gebeurd de afgelopen dagen. Het mannetje is gisteren plotseling niet meer komen opdagen om te helpen met het voeren van de jonge musjes. Hoogstwaarschijnlijk is het mannetje ten prooi gevallen aan een sperwer. Het vrouwtje stond er dus alleen voor om de jongen groot te brengen. Nu is het waarschijnlijk niet zo’n groot nest, dus dat zou nog wel lukken. Het toeval wil dat er al enkele dagen een tweede mannetje in het spel was en het lijkt er nu op dat dit mannetje de vrijgevallen plaats heeft ingenomen. Vandaag heeft dat mannetje in ieder geval meegeholpen met het voeren van de jonge musjes. De verwachting is dat de jonge musjes over enkele dagen al uit zullen vliegen.Er zijn in ieder geval vier jonkies in het nest. Dikkie heeft die zojuist tegelijkertijd gezien.
Aantal jonkies: 4
Drie jongen
Er zijn waarschijnlijk 3 jongen in dit nestje. ze zitten al lekker in de veren
Aantal jonkies: 3
Even geen geluid meer.
Er is vandaag even geen geluid meer, maar daar wordt hard aan gewerkt. Intussen lijken de jongen een pleegvader te hebben die hen af en toe stiekum van wat lekkers voorziet. Filmpje volgt. Vader Huismus was het daar helemaal niet mee eens. Een knokpartij volgde. En daarbij sneuvelde het geluid. Zo gaan die dingen, zelfs bij huismussen.
Stichting Witte Mus Huismusbescherming
Aantal jonkies: 3
Twee Jongen
Even na de eerste waarneming door Tinus werd door marian twee jongen waargenomen. De totaalstand van alle nesten (jongen én eitjes) bij NestkastLIVE 54 stuks!! Zie ook het filmpje.
Aantal jonkies: 2
Zes dagen oud en ze zijn betrapt
Het is nu 6 dagen geleden dat de eerste musjes uit het ei kwamen.
Het tjielpvolume neemt met de dag toe zodra een van de ouder-vogels in het invlieggat zit.
Ook is al een paar dagen is heel af en toe te zien dat er een musje te voorschijn piept vanonder het dak van droog gras. Maar sinds vandaag kun je het bijna bij iedere voedering van de ouders zien. Springlevend zijn ze. En sommigen altijd hongerig.
De kleine huismusjes zijn er, Suzanne hoorde vanmorgen de eerste piepjes. Dit op de dag dat ze waren uitgerekend. Precies 14 nachten na de eerste nacht die het vrouwtje op het nest door bracht. Gisteren kon je af en toe tikjes en gekraak horen. Ei-tandjes die de eierschaal bewerken om 'm open te krijgen. Het aantal weten we niet, dat zal voorlopig nog gissen blijven want ze zitten mooi verborgen in het prachtige koepelnestje. Voor de ouders breekt nu een drukke periode aan om voldoende insecten aan te voeren voor de jonkies.
Tekst:
Leo & Stichting Witte Mus Huismusbescherming
Horen we al piepjes ?!
Vannacht is de 13e nacht geweest dat het vrouwtje Huismus op het nest is gebleven.
Eigenlijk zouden we de jongen morgen verwachten, maar dat is geen wet van Meden of Perzen. En gezien het gerommel dat mevrouw Mus af en toe aan het doen is, zou je nu al kunnen denken aan eischalen die zachtjes aan breken. Ze zou dan rommelen om bij de schilfers te komen en op te eten, zodat het nest schoon blijft.
De incubatietijd kan tussen de 9 en 18 dagen zijn, afhankelijk van de omgevingsfactoren. Denk daarbij aan temperatuur, lang of kort naar voedsel moeten zoeken, predatoren of andere gevaren die terugkeer naar het nest bemoeilijken, en dergelijken.
Hier in de nestkast kan het dus nu ieder moment gaan gebeuren.
Stichting Witte Mus Huismusbescherming
Nog 6 nachtjes broeden.
In Nederland zijn de afgelopen twee dagen al op verschillende plaatsen in Nederland jonge Huismussen uitgevlogen.
Zo ver is het in onze nestkast nog niet. Er is wel al voor de 8e nacht aan een stuk door gebroed. Dus de jongen zijn "uitgerekend" om op zondag 20 april uit het ei te komen. Dat is eerste Paasdag.
En dat is tevens de dag waarop heel Nederland voor de 7e keer mee kan doen met "Zet de Huismus op de Kaart". Een mooie kans om alle pas uitgevlogen huismusjes op http://www.huismus-waarneming.nl te zetten, waarmee beschermingswerk voor de Huismus gedaan wordt !
Stichting Witte Mus huismusbescherming NL
Broeden begonnen
De huismusjes hebben de eitjes gelegt en zijn aan het broeden. Door hun manier van nestbouw is er geen zicht op de eitjes en het uitkomen van de jongen. Als ze wat groter worden, mits alles goed gaat, kunnen we het latere stadium van opgroeien wel volgen.
Samen bouwen
Vandaag waren de huismussen weer samen aan het bouwen. Zie ook het filmpje.
Ruzie
Het vrouwtje en mannetje ruziën over wie er op het nestje mag zitten. Uiteindelijk wordt de ruzie weer bijgelegd. Zie ook het filmpje.
Paring bij de huismussen
De huismussen hebben gepaard op het stokje van de nestkast. Zie ook het filmpje.
Doe mee in het achtste jaar MUS
Het stadsvogelmeetnet MUS (Meetnet Urbane Soorten) begint aan het achtste seizoen. Van 76 goed gevolgde soorten namen er in de afgelopen jaren 33 af en 29 toe. De overige bleven stabiel.
Winnaars en verliezers In 2013 zijn er ruim 364.000 vogels doorgegeven en 163 soorten. De grootste klappen vielen onder struikbroeders en insecteneters, waaronder Gierzwaluw, Merel, Zanglijster, Winterkoning, Spotvogel en Tuinfluiter. Ook sommige soorten die van bomen afhankelijk zijn zitten in de min. Bij de vogels die in of op gebouwen broeden, zoals Spreeuw, Stadsduif, Huismus en Kauw, houden toe- en afnemende soorten elkaar in evenwicht. De meeste watervogels zijn toegenomen. De resultaten van de eerste zeven jaar verschijnen binnenkort in Sovon-Nieuws. In de digitale-nieuwsbrief worden de resultaten op provinciaal niveau gepresenteerd.
Meedoen is eenvoudig MUS is een laagdrempelige telling waarbij je op 8-12 vaste punten telt. Je noteert gedurende vijf minuten de aantallen per soort. Jaarlijks kost het maar 7,5 uur voor 3x tellen en invoeren. Elk van de 3 telperiodes duurt een maand waarbinnen één telling gedaan wordt. Vier keer in het seizoen verschijnt de MUS-Nieuwsbrief met resultaten, ervaringen van tellers en tips en trucs voor het tellen en de invoer. Voor informatie over MUS, vacante gebieden en aanmelden: kijk elders op de website.
Nestbouw
Ook hier gaat de nestbouw rustigjes verder. Vooral in de ochtend wordt er aan het nest gewerkt. Leo melde vanmorgen een paring. Ook dit is een teken dat de eileg nadert!!
Binnencam van nestkastje 2 in beeld
Mussen zijn echte ‘koloniebroeders’ en broeden daarom graag in elkaars nabijheid. Om die reden hebben we twee nestkasten kort bij elkaar gehangen en we hadden gehoopt dat beide kasten bezet zouden worden. Maar tot nu toe is er maar één koppeltje huismussen actief en die hebben beide nestkastjes goed bekeken. En kennelijk hebben ze hun keuze laten vallen op nestkast 2 want daarin zijn ze nu actief en er wordt zelfs al met wat nestmateriaal gesleept. Nu is het nog vroeg in het seizoen en het kan dus nog best zo zijn dat er ook een koppeltje in nestkastje 1 neerstrijkt. Maar omdat we de activiteiten in nestkast 2 niet willen missen hebben we besloten om de binnencamera van nestkast 2 op de site te tonen. Indien nodig kunnen we altijd weer terug schakelen.
Nestbouw
In het tweede nestkastje is een stelletje mussen al redelijk actief. bij het voorste kastje is het nog rustig. Zie ook het filmpje.
Huismussen weer in beeld
De lente is in aantocht dus de huismusjes worden ook al weer actiever. Daarom gaan we dit jaar weer proberen een familie huismus te volgen. We hebben nu met een buitencam twee nestkastjes in beeld en in het voorste nestkastje zit ook een binnencam. We hebben voor twee nestkastjes gekozen omdat huismussen graag in elkaars nabijheid een nestje hebben en het levert op de buitencam nog meer activiteit op. De huismussen zijn al druk bezig met het verkennen van de nestkastjes. Maar ook de spreeuwen komen nog geregeld kijken of ze er misschien in kunnen. Wij hopen dat u dit jaar weer veel kijkplezier beleeft aan de musjes. Zie ook het filmpje.
Spreeuw
Spreeuw doet verwoede pogingen binnen te komen.
Uitslag onderzoek
De 26 dagen van een mussenNest
In mei waren er zeker 6 nesten met jonge Huismussen tegelijk in de tuin te vinden waar NestkastLIVE een camera zou gaan plaatsen. Daarnaast vlogen er juvenielen rond.
Dat er zo veel nesten tegelijk zijn, gebeurt alleen wanneer het ook echt kan, wanneer het aanbod aan voedsel ruim voldoende is. Dat was in deze tuin het geval. Er was een heel stuk van het erf ingericht als wildernis met open plekken. Veel beschutting, hoge en lage beplanting, klimop links en rechts in bomen en struiken, oude knotwilgen, zaailingen, dood hout, hutjes, vijvertjes, schaduw en zon, bloemen en grasvelden en een ren vol met bijzondere kippen. Insecten, fruit, zaden en groente, alles was er dus voor de Huismussen. Al grensde het erf aan een veld waar aardbeien op industriële wijze gekweekt werden. (Dat wil zeggen: met behulp van diverse chemicaliën.)
Zolang ze niet op het aardbeienveld kwamen was de omgeving ideaal voor een nest met jonge Huismussen, zoals het nest dat we via NestkastLIVE vanaf 22 april hebben kunnen volgen. In zeer korte tijd hadden de ouders het nest weten te herbouwen. Gelukkig zonder er een koepeltje overheen te zetten, zoals gebruikelijk voor Huismussen, maar wel duidelijk "rommeliger" dan andere vogels dat doen. In vijf dagen legden ze hun vijf eitjes en het broeden begon.
11 dagen lang hebben deze jonge huismusjes in hun eitjes doorgebracht om groot en sterk genoeg te zijn om, met hulp van vader en moeder mus, de buitenwereld tegemoet te wriemelen (lopen deden ze natuurlijk niet). Op een mooie morgen in mei werden de eerste jonge Huismussen zichtbaar in het nest. En ook hoorbaar. Voedsel was er genoeg, hoewel ze de hele dag piepten alsof dat niet zo was. Van meet af aan klonk in dit nest één van de beestjes niet goed. Waar de andere 4 een mooie heldere "piep" lieten horen, raspte de stem van dit jong meer dan dat het piepte. Het lag in de verwachting dat dit jong de eindstreep niet zou halen. Maar wat er volgde had niemand verwacht.
Op vrijdag de 17e werd het opeens af en toe stil bij de jonge mussen. Gedacht werd in eerste instantie dat de jongen voldoende eten kregen om af en toe ook stil te zijn. Ook werd de ontlasting niet meer opgegeten door de ouders, maar werd het afgevoerd. Het bleken voorboden te zijn van het sterven van alle jongen van dit nest.
In de loop van de nacht viel de één na de ander helemaal stil. De volgende ochtend zagen enkele webcamKijkers nog net hoe het mannetje Huismus het laatste poepje van het laatste jong weg bracht. Later op de dag ging moeder Huismus het nest opruimen. Niet eerder dan dat het mannetje er toestemming voor had gegeven sleurde ze één van de dode jongen door het vlieggat naar buiten. Slechts zeven dagen hadden deze jonge Huismussen buiten hun eitjes geleefd.
Uit allerlei hoeken van het internet werd geschrokken gereageerd. Vrijwel iedereen wilde heel graag weten waar de jongen zo plotseling aan waren gestorven. Er werd gedacht aan landbouwgif. Maar toon dat maar eens aan. Het zoeken naar gebruik van gif is gecompliceerd, zeer kostbaar en gebeurt alleen op verzoek van de dierenpolitie, wanneer opzet aangetoond is. Wil je het toch beslist laten doen, dan moet je zelf het bedrag van 15.000 euro betalen. Dat is wat het kost om 1 dier op alle mogelijke giffen door te lichten. Een dergelijk bedrag was niet voorhanden.
Gif aantonen kon dus niet. Maar het omgekeerde aantonen; dat er geen problematische infecties geweest zijn, waardoor gif waarschijnlijk werd, dat was misschien een optie. Dat kon mogelijk bij het DWHC, het Dutch Wildlife Health Centre. (http://www.dwhc.nl)
Op verzoek van Stichting Witte Mus is het DWHC akkoord gegaan met een onderzoek naar overlijden van de vier achtergebleven jonge huismussen. Het was een uitzondering daar het één enkel nest was waarvan plotseling de jongen stierven. Gewoonlijk gaat men pas zoeken wanneer er veel meer dode worden gevonden. Helaas zat er een vol weekeinde plus een feestdag tussen het sterven en het ophalen van de dode vogeltjes. Leo heeft zijn best gedaan, de koeling van de ijskast heeft haar best gedaan, het DWHC heeft haar uiterste best gedaan, maar de vogeltjes waren al in een te vergaande staat van ontbinding om er nog een mogelijke doodsoorzaak mee te kunnen vaststellen.
Bij één van de jongen is nog wel geconstateerd dat het sporen van een longoedeem vertoonde. Meer komen we niet te weten van de oorzaak van het plotselinge sterven van dit hele nest. Een van de jonge Huismussen had dus vocht achter de longen. Zou dat ons raspende musje zijn geweest?
Off-Line
De camera's zijn offline gegaan. mochten er ontwikkelingen zijn in de mussenkast zullen we overwegen deze weer online te tonen.
Mussen laten het nog afweten
Nadat de jongen gestorven zijn heeft het koppeltje mussen weinig interesse meer voor de nestkast (af en toe komt er wel een mannetje kijken, zie foto). Naar de reden is het natuurlijk gissen. Het kan zijn dat ze er geen ‘goed gevoel’ aan over gehouden hebben en dat ze elders een betere plek gevonden hebben. Dat is best mogelijk want er zijn in de buurt veel nestgelegenheden waar ook al andere mussenpaartjes zitten. Het kan ook zijn dat de kauwennestkast te kortbij hangt en dat ze daardoor afgeschrikt worden. Zodra de jonge kauwen zijn uitgevlogen zal die kast omgebouwd worden tot een spreeuwenkast zodat er geen ‘vijanden’ meer in de directe nabijheid van de mussenkast zitten. Misschien dat er dan alsnog een koppeltje mussen komt broeden.
Het onderzoek naar de dode jonge musjes is nog niet afgerond. Binnen 14 dagen wordt de uitslag verwacht van het onderzoeksbureau DWHC.
Jongen dood
De jonge huismusjes zijn afgelopen nacht allemaal gestorven. De oorzaak is nog onbekend. Triest dat dit is gebeurd. Er wordt waarschijnlijk een dood jong (of alle vijf) opgehaald voor onderzoek. Wordt vervolgd.
Aantal eieren: 5Aantal jonkies: 5
Ondertussen bij de mussen
De kleine musjes groeien voorspoedig. Leuk ook om de verschillen te zien tussen het mussengrut en de andere nestjes met jongen. De musjes bijvoorbeeld maken zowat de hele dag herrie terwijl de mereltjes muisstil zijn. Vanwaar toch die verschillen? In het filmpje enkele fragmenten van vandaag. Ook het bezoek van de spreeuw werd vastgelegd. (zie ook het filmpje)
Aantal jonkies: 5
Musjes doen het goed
De kleine musjes doen het goed. Ze worden goed gevoerd door zowel het mannetje als het vrouwtje. Mooi om de samenwerking van het stelletje van zo dichtbij te kunnen zien.
Aantal jonkies: 5
Huismusjes geboren
De jonge huismusjes zijn vanmorgen uit de eitjes gekomen. Waarschijnlijk alle vijf. Zie het filmpje van het jonge grut.
Aantal jonkies: 5
Musjes hebben het druk
De huismusjes hebben het maar druk met het broeden, het nestje steeds gezelliger maken, veertjes binnen sjouwen en eten zoeken. En bij al die drukte hebben ze ook nog tijd om te paren. Vandaag deden ze het recht voor de camera op het stokje. Zie het filmpje daarvan met dank aan Henny die het filmpje maakte.
Aantal eieren: 5
Beurtje wisselen
Het vrouwtje gaat regelmatig van het nest af om te gaan eten en te drinken en het mannetje neemt het dan steeds over. Bijzonder is dat het mannetje heel vaak een veertje meebrengt als hij even mag gaan broeden. Maar zodra het vrouwtje terugkomt, dan moet het mannetje meteen weer vertrekken. Zie ook het filmpje.
Aantal eieren: 5
Buitencamera OnLine
Vanaf heden is via de buitencamera de Huismussen familie ook te volgen.
Vijfde eitje
En het gaat maar door. Vanmorgen is het vijfde eitje gelegd. Het vrouwtje is nu ook echt begonnen met broeden. Af en toe komt ook het mannetje even op de eitjes zitten om ze warm te houden als het vrouwtje weg is. Maar als ze terug komt, dan moet het mannetje meteen weer naar buiten.
Aantal eieren: 5
Al vier eitjes
Het huismusje heeft het vierde eitje gelegd. Het begint nu al een mooi nestje te worden, maar er kunnen nog meer eitjes bijkomen. Afgelopen nacht is het vrouwtje voor de eerste keer in het nest gebleven op de eitjes. Daarvoor ging ze nog steeds bij de groep slapen.
Aantal eieren: 4
Het derde eitje is er
Het vrouwtje heeft vanmorgen het derde eitje gelegd (zie foto). Wat opvalt is dat de huismussen maar een beetje een slordig nest bouwen als je dat vergelijkt met bijvoorbeeld de merel of de meesjes. Het zijn dus niet zulke goede bouwmeesters! Maar wel gezellig met hun getsjilp en hun gedrag.
Aantal eieren: 3
Tweede eitje voor de huismus.
Vanmorgen om 7.00 uur heeft de huismus haar tweede eitje gelegd. Het mannetje kwam daarna nog verschillende keren met nestmateriaal binnen en ging dan ook even op de eitjes zitten. Tot het vrouwtje weer binnenkwam en het mannetje weer wegstuurde. Leuk om dat gedrag te zien. Is toch weer heel anders als bij de meesjes. Het vrouwtje zit ook al geregeld op de eitjes met het kopje in de veren (zie foto).
Aantal eieren: 2
Huismussen hebben het eerste eitje
Vanmorgen in alle vroegte heeft het vrouwtje huismus haar eerste eitje gelegd. Het lijkt wel of het eitje er te vroeg was, want ze hebben daarna nog steeds gewerkt aan het afbouwen van het nest. En daar zullen ze morgen wel weer mee verder gaan. Ze zullen ook wel verder gaan met het leggen van eitjes. Het legsel bestaat meestal uit 4 tot 7 eitjes.
Aantal eieren: 1
En weer een nieuwe vogel op NestkastLive, de huismus
En weer een nieuwe vogel op NestkastLive, de huismus
We hebben er wéér een nieuwe vogel bij. Dit keer de huismus, een vogeltje dat zo gewoon is maar ook bijzonder mooi. Wij zijn blij dat we de huismus voor de camera kunnen krijgen en er extra aandacht aan kunnen geven want de huismus heeft het niet makkelijk. Door een afname van schuil- en broedgelegenheid en door een verslechtering van het voedselaanbod is er al enkele jaren een daling waar te nemen van het aantal huismussen. Door het aanbieden van nestkasten kunnen we de huismussen een handje helpen. Als er dan ook nog een webcam inzit, dan kunnen we het broedproces nog mooi volgen ook. Veel kijkplezier bij onze huismussen.
De jongen zijn er
De kleine huismusjes zijn er, Suzanne hoorde vanmorgen de eerste piepjes. Dit op de dag dat ze waren uitgerekend. Precies 14 nachten na de eerste nacht die het vrouwtje op het nest door bracht. Gisteren kon je af en toe tikjes en gekraak horen. Ei-tandjes die de eierschaal bewerken om 'm open te krijgen. Het aantal weten we niet, dat zal voorlopig nog gissen blijven want ze zitten mooi verborgen in het prachtige koepelnestje. Voor de ouders breekt nu een drukke periode aan om voldoende insecten en wormpjes aan te voeren voor de jonkies.
Wetenschappelijke naam: Passer domesticus Orde: Zangvogels (Passeriformes) Familie: Wevervogels (Ploceidae) Rode lijst: ja, Sinds 2004 staat de huismus als gevoelig op de Nederlandse rode lijst om aan te geven dat deze afname in aantal 'zorgelijk' is. Zowel in Nederland, als elders in Europa zijn verenigingen en stichtingen actief bij onderzoek en bescherming van de huismus, zoals SOVON, IVN, Vogelbescherming Nederland, Vogelbescherming Vlaanderen en Stichting Witte Mus.
Voorkomen Jaarvogel, de huismus leeft in grote delen van de wereld, in ieder geval in bijna alle gematigde en subtropische gebieden. Het dier komt vaak dicht bij of in de woongebieden van mensen voor en geldt als cultuurvolger. Voor een deel is de verspreiding op een natuurlijke wijze verlopen, voor een deel is de huismus door de mens actief verspreid.
Voedsel
Volwassen huismussen zijn graan- en onkruidzaden eters en passen zich gemakkelijk aan aan wat beschikbaar is. Granen als haver, tarwe en gerst hebben de voorkeur.
Geluid
De Huismus laat een grote verscheidenheid aan eenvoudige tsjilpende of kwetterende geluiden horen. Met een variatie afhankelijk van situatie en stemming. Er is een onderscheid tussen de roep en de zang van vogels, bijgevolg is dit onderscheid er ook bij de Huismus. De zang kan naast genetisch bepaald te zijn ook tijdens het leven van een Huismus aangeleerd worden en dus wijzigen. De roep van de Huismus is een helder tsjilp, tsjiep, tjirp en wordt gebruikt voor communicatie tussen twee individuen of binnen een groep in niet-sexuele situaties. Een roep kan verlengd worden tot een reeks maar in vergelijking met de zang ontbreekt een vaste lengte en volgorde. De roep wordt niet aangeleerd maar is aangeboren en genetisch bepaald. Soms wordt de roep van de Huismus wel eens verward met deze van de Grauwe Fitis.
Herkenning:Het mannetje heeft een grijze kruin en grijze wangen, een zwarte keel en borst, een zwart masker met witte stip achter het oog, een witte streep over de vleugels, en in het broedseizoen een zwarte snavel. Het vrouwtje heeft een minder contrastrijke tekening dan het mannetje, een lichte oogstreep, enige tekening op rug en vleugels en een effen licht grijs/bruine borst. In de ruitijd is hun verenkleed soms nauwelijks meer te herkennen als zijnde van een huismus. Soorten die uiterlijk op de huismus lijken en daarmee verward kunnen worden, zijn de heggenmus, de ringmus, het vrouwtje vink en de Spaanse mus. Deze laatste komt zelden voor in Nederland en België.Lengte: 14 tot 16 cm
Gedrag:
De huismus beweegt zich vliegend of hippend voort. De mus is een standvogel: hij blijft doorgaans rond dezelfde plek wonen. Het mannetje is duidelijk te onderscheiden van het vrouwtje, omdat de eerste zwarter en bruiner getekend is
Voortplanting:
Een mussenpaar bouwt gezamenlijk een nest, waarin het vrouwtje vier tot zeven eieren legt. Na ongeveer 12 dagen broeden komen de eieren uit. Als de kuikens uit het ei komen, zijn ze nog naakt (zie foto) en wegen niet meer dan 3 gram. Zodra er iemand in de buurt komt, sperren ze de nog relatief grote bek wijd open in de hoop voedsel te krijgen. Gedurende deze eerste dagen worden de kuikens door beide ouders met klein dierlijk voedsel gevoed, maar al snel wordt het dieet gevarieerder en plantaardiger. Na ongeveer twee weken vliegen de jongen uit. Ze blijven hierna nog enige tijd afhankelijk van de zorg van de ouders en worden nog regelmatig gevoed.
Het nestkastje is al enkele jaren in gebruik door de huismussen. Het hangt tegen een ‘open kap schuur’ aan en in de buurt daarvan hangen nog meer nestkasten voor huismussen. Huismussen zijn namelijk sociale vogeltjes die graag in een groep nestelen. Het nestkastje hangt in de tuin waar ook de torenvalken van deze site tezien zijn.
Biotoop
Half open landschap met wat woningen, landbouwgrond en op geringe afstand wat bossen en vennen.
De Nestkasten
De nestkast is door Leo aangepast zodat de camera ook een plekje heeft. Er is hier gekozen voor een bovenaanzicht waarbij ook de invliegopening zichtbaar is.
We hebben nu met een buitencam twee nestkastjes in beeld en in het voorste nestkastje zit ook een binnencam.
Deze nestkast heeft een invliegopening van 32 mm. Daarmee is deze nestkast onder andere geschikt voor de Huismus koolmees, pimpelmees, boomklever, ringmus en bonte vliegenvanger. Tot nu toe is deze nestkast bezocht door Huismussen.
Huismussen en hun noodzakelijke leefomgeving
Heb je huismussen in je tuin of rond je huis? Vraag je je af waarom ze er zijn? Of zijn ze er juist niet/meer?
Lees dan het stukje hieronder.
Om een Huismussen populatie te houden of aan te trekken bied alles in meervoud aan. Reken daarbij op rond de 50 of 60 individuen. Dat zijn ongeveer 20 broedparen plus de beschikbare ongepaarde Huismussen, zoals dat in populaties mussen gaat. 20 broedparen is voor huismussen een levensvatbare populatie-grootte. Omdat huismussen het liefst in een groep leven, komen ze ook vaak in groepjes aan, als ze komen. Bovendien moet alles bij de huismus zo snel mogelijk gebeuren, omwille van hun veiligheid. Ze staan onderaan in verschillende voedselketens en hebben daardoor veel natuurlijke vijanden. Daardoor is het nodig voor ze, om allemaal tegelijk te kunnen eten, baden, stofbaden en dergelijken. Gebeurd dat namelijk groepsgewijs, dan is er meer kans dat één van de groepsleden een mogelijk gevaar tijdig ontdekt, zodat de groep op tijd een alarmsignaal krijgt en terug in de dekking van het groen kan duiken, zoals dat bij huismussen gaat.
50 meter radius
Wanneer een broedkolonie huismussen in stand moet worden gehouden, zonder enige vorm van verslechtering in de overlevings-kansen, dan is het een belangrijke voorwaarde dat alle onderstaande habitat elementen, gedurende de hele periode dat werkzaamheden plaats vinden, binnen een straal van ongeveer 50 meter rond de nesten beschikbaar zijn.
Wat heeft een levensvatbare populatie huismussen nodig I. Voedsel in de vorm van zaden Een populatie huismussen komt in eerste instantie af op voedsel in de vorm van zaden. Heden ten dage zijn het meestal enkele inwoners die een voerplaats voor vogels inrichten, en die daarmee huismussen de kans geven terug te komen naar gebieden die door mussen verlaten waren. Deze voedselbron moet bestendigd worden. Dat kan gedaan worden met behulp van grassen, kruidige planten en bloemenvelden. Straatgras, Varkensgras, Witzaad /Kanariezaad (Phalaris canariensis), ongepelde rijst/"Paddy", gierst/"wit millet" (Panicum miliaceum), tarwe (Triticum vulgare), Gerst (Hordeum vulgare en ~ distichon), zaden van de Tamarisk.
II. Nestgelegenheid met hoog groen in de nabijheid Een populatie huismussen, die zichzelf in stand moet kunnen houden, heeft nestgelegenheid nodig om middels voortplanting de verliezen goed te maken. De Huismus kent vele predatoren en heeft daardoor jaarlijks zeer hoge verliezen die gecompenseerd moeten worden. Dit is de reden dat huismussen meerdere nesten per jaar proberen te voltooien. In Nederland kunnen dat bij goede omstandigheden 4 nesten per jaar zijn. Daar komt bij dat de nesten ook buiten het broedseizoen gebruikt worden, met name door de vrouwtjes die er al in gebroed hebben. Daarnaast is de Huismus ook nog eens erg storings gevoelig. Dat wil zeggen dat gebeurtenissen als nesten die door onderzoekers geopend worden, of werkzaamheden die binnen enkele decimeters van het nest plaats vinden, makkelijk tot gevolg hebben dat de aanwezige volwassen huismussen hun eieren zullen verlaten, hun jongen gaan proberen te verhuizen (men treft dan dode, nog naakte, jonge mussen op de grond), of de jongen niet meer durven te naderen waardoor ze verhongeren. In alle gevallen is het broedsel verloren en zal (meestal) een andere plek gezocht worden om een nieuw nest te beginnen. Een en ander betekent dat nesten van huismussen essentieel zijn voor de overleving van een populatie en dat tevens van belang is dat de nesten, tussen begin maart en eind september, niet binnen 2 meter genaderd moeten worden. Niet door mensen en niet door materieel. De Huismus is echter weer wel zeer flexibel met betrekking tot de aard van de nestgelegenheid. Dat varieert van onder-de-dakpannen, tot in Vuurdoorn of Klimop tegen kale muren of in bomen, en zelfs vrijstaand in hoge bamboe. Kunstmatige nestgelegenheid kan bestaan uit gierzwaluwneststenen, mussenpotten, mussenpannen, huiszwaluwnestkommen en misschien ook vogelvides. Van die laatste is de werkzaamheid nog niet voldoende aangetoond.
Voorwaarden zijn: – de hoogte (minimaal 3 meter boven het maaiveld), – de nabijheid van de overige kolonie, – een zekere afstand tussen de broedparen onderling (minimaal 15 tot 30cm), – een minimale broedruimte van 15 x 8 cm, – een dak boven de broedruimte, – een niet te koude oriëntatie (op het zuiden is meestal geen probleem voor de Huismus), – 3 of 4 meter hoog opgaand groen binnen enkele meters van het nest (uitkijkpost bij naderen en verlaten van nest, plek waar uitvliegende jongen in eerste instantie heen fladderen) – en ongestoord kunnen bouwen, leggen, broeden, voeren en overnachten (op de eieren of de jongen).
III. Voedsel in de vorm van insecten In de derde plaats komt dan het voedsel in de vorm van insecten aan de orde. Het gaat dan om kleine zachte insecten, zonder harde chitine-schilden. Hommels en bijen zijn niks voor huismussen. Libellelarven, muggen, vliegmieren, gaasvliegen, houtworm-larven, groene luizen en spinnen zijn daarentegen perfect. Dit type voedsel is vooral van belang voor de jongen. Is dit niet binnen een straal van 50m rond het nest aanwezig, dan verhongeren de jongen of blijven ze zwak na het uitvliegen. Een teken van ondervoeding bij jonge huismussen is soms een witte kleur in de veren. Insecten worden gevonden in stilstaand water, in dood hout dat met rust gelaten wordt, rond mest en hondenpoep, rond composthopen, en meer van dergelijke plaatsen. Soms zijn er planten die dergelijke insecten in het bijzonder aantrekken, zoals rozen, klimop en coniferen.
IV. Voedsel in de vorm van bladgroen en vruchten Ook bladgroen is voor huismussen belangrijk. Andere delen van planten eveneens. Denk maar aan de gele krokussen in het gemeente groen die vroeger, toen er nog veel huismussen waren, in het voorjaar gekannibaliseerd werden. Ook bepaalde planten worden graag gegeten. De Eleaegnus ebbingei en de Indigofera heterantha zijn er daar twee van. Groentetuintjes krijgen bezoek van mussen wanneer daar jonge bonenplantjes en sla staan. Het plantenmateriaal lijkt gebruikt te worden om de medicinale werking ervan. De gele krokusbladeren zitten bijvoorbeeld vol pro-vitamine A. Aan vruchten eten huismussen appels, abrikozen, peren, bramen en besjes van de Berberis. Alle andere bessen kunt u rustig aan de huismussen overlaten, daar doen ze niets mee.
V. Roesten (slaapplaatsen) voor de juvenielen, de ongepaarde vrouwtjes en alle mannetjes De slaapplaatsen voor huismussen worden vaak over het hoofd gezien maar zijn broodnodig om een populatie in stand te houden. In de nesten mogen namelijk alleen de vrouwtjes slapen, en de jongen die nog niet uitgevlogen zijn. Alle mannetjes, alle ongepaarde niet-broedende vrouwtjes en alle jonge uitgevlogen huismussen van dat jaar, al die anderen-dan-de-broedende-vrouwtjes met kroost, moeten hun slaapplaats buiten het nest zien te vinden. Vaak is dat de onderste rand van een dak, onder de dakpannen, als dat nog open is. Is er 3 of 4 meter hoge groenblijvende beplanting in de buurt, dan kiezen ze dat ook als roest. Mits binnen 50 meter van de nesten. Een roest van huismussen kun je alleen rond zonsopgang of rond zonsondergang vinden. Dat is dus het hele jaar door een ander tijdstip. Waar een mens iedere dag op een vaste tijd begint met werken, daar wordt een Huismus geregeerd door het licht. Pas als het licht begint te worden kunnen ze iets zien. Pas dan is het dus veilig om weer tevoorschijn te komen. Huismussen in het donker op hun roest storen is dan ook voor mussen een van de meest angstaanjagende gebeurtenissen.
VI. Schuilplaatsen overdag nabij nesten, voedselbron en baden Bij vaste voedselbronnen, drink- en badplaatsen dient een dikke, dichte, 1,5 m hoge groenblijvende struik aanwezig te zijn waar de hele groep huismussen zich bij nood direct in kan verstoppen. Dit is vanwege het grote aantal predatoren waar de Huismus mee te maken heeft. (huiskatten, sperwer, ekster, gaai, kauw, marter, specht, meeuw.) Dit kan het beste bestaan uit een stekelige heester die zeer regelmatig gesnoeid wordt en daardoor zeer dicht is geworden. Groenblijvend zou het allerbeste zijn. Zoals een Pyracantha (Vuurdoorn) bijvoorbeeld. Meidoorn is een goede tweede maar niet wintergroen. Zijn stekels geen optie, dan zijn coniferen, Lonicera nitida, bamboe (niet woekerend), Viburnum tinus, eleagnus ebbingei en dergelijken goede opties. Of desnoods een combinatie van meidoorn en klimop, bamboe en klimop et cetera.
VII. Zonnebad (maakt parasieten actief) Omdat huismussen in een groep leven, vaak heel dicht op elkaar verblijven (bijvoorbeeld na een vlucht de struiken in), en jaar na jaar hetzelfde nest gebruiken is het voor huismussen noodzakelijk de parasieten goed kwijt te kunnen raken. Daartoe is een plaats om te zonnebaden noodzakelijk. De warmte van een zonnebad maakt de parasieten actief waarna het makkelijker is ze met zand of stof uit de veren te schudden. Voor zonnebaden worden vaak hoge struiken of daken op het zuiden gebruikt. Dit is meestal wel automatisch ergens in de directe omgeving te vinden.
VIII. Zandbad (parasieten uitschudden, “handdoek” na waterbad en grit in de maag) Een zandbad is om dezelfde redenen als vermeld bij zonnebad noodzakelijk. Hiermee worden de parasieten uit het verenkleed geschud. Ook hier moet ruimte genoeg zijn voor de groep huismussen in eens. Niet iedereen zal stofbaden, maar de juvenielen die in de loop van het jaar zullen verschijnen hebben ook het stofbad nodig.
IX. Water- en drink bad (verenkleed en onbedekte lichaamsdelen schoon maken) Dat in winter bereikbaar blijft Schoon drink- en badwater kan het best uit stromend water komen zodat het zichzelf ververst. In het water gevallen viezigheid kan dan niet de badende of drinkende huismussen besmetten. Met name in het najaar zijn huismussen vatbaar voor ziekten. Bovendien bevriest stromend water minder snel dan stilstaand water van bijvoorbeeld een vijver. Ook voor badwater is stromend water het beste want in de winter het langst nog onbevroren en dus beschikbaar.
Een behouden habitat voor de Huismus is een bron voor uitbreidende biodiversiteit in uw eigen leefomgeving. U kunt mee helpen de Huismus te beschermen door een populatie Huismussen op de kaart te zetten. U kunt dit via inderstaande link doen.